Van provisie naar nota, een vloek of een zegen?

Van provisie naar nota, een vloek of een zegen?

Sinds enige tijd geldt een provisieverbod voor complexe financiële producten, advies en bemiddeling in hypotheken, pensioenen e.d. De adviseur krijgt hier geen provisie meer voor van de aanbieder, maar stuurt nu de nota naar de afnemer, consument. Het voordeel is dat de consument nu precies weet wat een advies kost en daarmee kan onderhandelen met meerdere adviseurs. Een ander groot voordeel is dat de onafhankelijkheid van de adviseur beter is gewaarborgd nu hij niet door de aanbieder meer wordt betaald in de vorm van provisie.

Zoals elk nadeel zijn voordeel heeft, geldt dat andersom ook.

  • een aantal adviseurs is gestopt;
  • aanbieders krimpen het aantal adviseurs in, kostenbesparing;
  • in 2017 stoppen nog meer adviseurs in verband met diploma eisen;
  • online shoppen;
  • verplichting tot afnemen via adviseur door aanbieders.

Bovenstaande ontwikkeling heeft gevolgen voor diegenen die al een financieel product hebben afgesloten waar ooit provisie voor is betaald aan de adviseur. Op het moment dat zij hun financieel product willen wijzigen, aanpassen e.d. zullen zij de nota van de adviseur gepresenteerd krijgen. Dat kan de adviseur ook niet kwalijk worden genomen, die wil betaalt worden voor zijn werkzaamheden, zoals iedereen die werkt zijn loon wil ontvangen. Maar uiteindelijk is het provisie verbod voor deze groep van consumenten geen zegen.

Een oplossing voor een deel van het probleem is dat aanbieders meer wijzigingen toestaat waar geen adviseur bij nodig is en dit gegeven als standaard invoeren. Voor de overige gevallen is het aan de politiek.

R.E. Wilbrink, 30 mei 2016

 

Ouderwets polissen doornemen op een moderne manier.

Ouderwets polissen doornemen op een moderne manier.

Verzekeringen vergelijken.

Wij bieden verzekeringen van gerenommeerde maatschappijen en als tussenpersoon zijn wij voortdurend op zoek naar de beste prijs- kwaliteitsverhouding.

Er is inmiddels nog al wat veranderd in de financiële wereld. De tijd dat de verzekeringsagent elk jaar de polissen van zijn klanten bij hen thuis doornam, is nu echt voorbij. Deze inmiddels nostalgische werkwijze is gezien alle technische ontwikkelingen en moderne communicatiemiddelen niet meer nodig. Consumenten kunnen via het internet verzekeringen en premies met elkaar vergelijken en naar wens zelf afsluiten. Lekker makkelijk, digitale polis, automatische incasso, geen gedoe en lage premies.

Nadat de consument zijn verzekering via het internet heeft afgesloten, blijkt dat in de praktijk pas opnieuw naar de verzekering wordt gekeken als er sprake is van een wijziging, schademelding of als er bezuinigd moet worden. Het is niet altijd duidelijk hoe wijzigingen moeten worden doorgegeven, hoe een schade moet worden gemeld e.d. Dan is het toch makkelijk dat deze zaken door deskundige worden gedaan.

Hierover hebben we nagedacht. Hoe kunnen we het digitale gemak en de ouderwetse werkwijze met elkaar combineren. Het antwoord daarop is “het Subliempakket”.

Het Subliempakket.

Middels de webmodule kunt u vrijwel alle schadeverzekeringen en premies met elkaar vergelijken en naar keuze zelf of door ons laten afsluiten. U kunt kiezen uit meer dan 20 maatschappijen. Wij kijken met u mee en helpen u zo nodig bij het maken van de juiste keuzes. Wijzigingen en/of schades kunt u aan ons worden doorgeven, geen gedoe en geen stress. Wij regelen dat graag. Het regelmatig doornemen van de polissen zal blijven gebeuren. Veranderingen, verbeteringen en alle relevante zaken omtrent de schadeverzekeringen, zullen we met u doornemen en zo nodig aanpassen. Ouderwetse service in modern jasje.

Dubbelklik op onderstaande link om verzekeringen te vergelijken.

Subliem pakket

 

Rob Wilbrink, 14 januari 2016.

 

Kosten contra expert

Kosten contra expert

 

Bij het invoeren van het huidige verzekeringsrecht heeft de wetgever bepaald dat de redelijke kosten voor het vaststellen van de schade voor rekening van de verzekeraar zijn. Verzekeraars stelden zich steeds op het standpunt dat zij de schade vaststellen en eventuele kosten van verzekerde betalen zolang en voor zover daarin voorzien is in de polisvoorwaarden. De rechter zegt nu dat verzekerde zijn eigen redelijke kosten (voor een contra-expert) mag maken op kosten van zijn verzekeraar. Hierbij is niet maatgevend wat de expert van de verzekeraar rekent.

De casus

In deze zaak ging het over de kosten van de door verzekerde ingeschakelde contra-expert. De verzekeraar wilde niet de volledige kosten betalen en beriep zich op de verzekeringsvoorwaarden. De verzekeraar wilde niet meer betalen dan de kosten die hij aan zijn eigen expert betaalde. Tevens stelt de verzekeraar dat hij reeds aan zijn wettelijke plicht tot vergoeding van de redelijke kosten van schadevaststelling heeft voldaan door zijn eigen expert te sturen.

Verzekerde bestrijdt dit omdat artikel 7:959 BW dwingend recht is.

Artikel 7:959 BW.

Artikel 7:959 BW bepaalt dat onder de door verzekeraar te vergoeden kosten ook wordt verstaan de redelijke kosten tot het vaststellen van de schade. Deze kosten worden zelfs boven de verzekerde som vergoed. Onderverzekering kan wel op deze kosten van toepassing zijn.

In de praktijk stelt de verzekeraar de schade meestal vast door een expert in te schakelen. De verzekeraar betaalt de expert. Bij brandverzekeringen regelen de polisvoorwaarden dat verzekerde zijn eigen expert mag inschakelen. De verzekeraar vergoedt de kosten van deze contra-expert tot maximaal het bedrag wat hij voor zijn eigen expert betaalt.

Het vonnis van de kantonrechter

De kantonrechter gaat met verzekerde mee. Als het vaststellen van de schade door de verzekeraar voldoende is om aan de wettelijke plicht van de verzekeraar te voldoen, heeft de verzekerde geen mogelijkheden meer als hij het niet eens is met de expert van verzekeraar. De redelijkheid van de kosten moet daarom per geval worden bekeken. Vervolgens besluit de kantonrechter dat de kosten van de contra-expert in dit geval redelijk zijn, ook al waren deze hoger dan de kosten die de verzekeraar vergoedde aan de door haar zelf ingeschakelde expert.

Conclusie

Er is (nog) geen alomvattende conclusie te trekken op basis van deze individuele uitspraak. In elk geval is deze rechter van mening dat de verzekerde zich moet kunnen verweren en hiervoor kosten mag maken. Het is goed mogelijk dat een andere (hogere) rechter de kosten van verzekerde niet redelijk vindt indien de contra-expert niet tot een andere schadevaststelling komt dan de expert van de verzekeraar al eerder gedaan heeft.

Per saldo heeft een verzekerde meer mogelijkheden om zijn recht te krijgen wanneer de verzekeraar “moeilijk” doet. Verzekeraars kunnen niet volstaan met het sturen van een eigen expert. De verzekerde heeft in beginsel recht op een vergoeding voor de inzet van een eigen of contra-expert.

Bron: www.wftnu.nl, 10 juni 2015

Het begrip eigen woning

Het begrip eigen woning

Er is ook sprake van een ‘eigen woning’ als de woning in aanbouw is en de belastingplichtige aannemelijk maakt dat hij ‘binnen het kalenderjaar of een van daarop volgende drie jaren’ die woning als hoofdverblijf betrekt. In een tweetal arresten heeft de Hoge Raad het begrip ‘binnen het kalenderjaar of de daarop volgende drie jaren’ verder uitgelegd.

We schetsen kort de situatie in elk van de arresten.

Aanvang bouwwerkzaamheden (arrest nummer 2872)

Juli 2002

Aankoop grond met boerderij. Financiering was noodzakelijk.

Ultimo 2003

Door de constructie van nieuwe watergangen en een gemaal bleek de boerderij niet meer te renoveren. Sloop volgde en besloten werd elders op het perceel een nieuwe woning te bouwen.

Oktober 2006

Aanvraag bouwvergunning.

September 2007

Goedkeuring aanvraag bouwvergunning.

2007/2008

Aanvullende aanvraag bouwvergunning met goedkeuring.

2008

Aanvang feitelijke bouwactiviteiten.

Hoge Raad

De Hoge Raad sluit aan bij de discussie in de Tweede Kamer tijdens de invoering van de Wet IB 2001. Dat betekent dat het begrip ‘woning in aanbouw’ naar het spraakgebruik wordt ingevuld. Er is pas een ‘woning in aanbouw’ vanaf het moment van aanvang van de (feitelijke) bouwkundige werkzaamheden die tot de stichting van die woning leidt. Kort gezegd: eerst bij aanvang van de bouw.

Er zijn twee procedures gevoerd (over 2007 en 2008). Belanghebbende kreeg ongelijk voor 2007 en gelijk voor 2008. In dat jaar begonnen namelijk de feitelijke werkzaamheden.

Afgebrande woning (arrestnummer 2871)

December 2000

Aankoop grond met gedeeltelijk afgebrande woning. Financiering was noodzakelijk.

2001

Belanghebbende plaatste een stacaravan op de gekochte grond. De deels afgebrande woning was onbewoonbaar. Verder had hij een huurwoning.

2001

Sloop van de woning. Om financiële redenen werden na de sloop alle activiteiten stilgelegd. Belanghebbende plaatst alleen nog een bouwkeet.

2002 en 2003

Aanvraag bouwvergunning voor twee woningen en een loods. Aanvraag is in strijd met bestemmingsplan. Er volgt geen aanvraag om bestemmingsplan te wijzigen.

2002 en 2003

Geen verdere bouwactiviteiten.

Hoge Raad

De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het Hof. Belanghebbende woont niet op het aangekochte perceel. Zijn hoofdverblijf is de huurwoning.

Nu er verder geen bouwactiviteiten waren en er feitelijk ook niets is gebouwd, is er nog geen sprake van ‘een woning in aanbouw’.

bron: www.wftnu.nl, 14 oktober 2014